Marleen is 15 jaar oud als ze met drugs gaat experimenteren. Dat helpt de druk die ze voelt weg te stoppen. Alleen werkt het steeds maar even. Ze raakt verslaafd, en op haar 19de wordt ze voor het eerst opgenomen. De instanties die zich over Marleen bekommeren denken dat ze een borderline persoonlijkheidsstoornis heeft. Daarom krijgt Marleen medicatie die bedoeld is om sterke wisselingen in stemming, gedachten en gedrag te remmen. Dat biedt geen oplossing. Het gevolg: meer drugsgebruik. Ze belandt zelfs met een overdosis in het ziekenhuis.
In 2010 maakt Marleen op 24-jarige leeftijd kennis met STEVIG, onderdeel van Dichterbij. Ze is dan getest. Haar IQ is in beeld gebracht en het is stukken duidelijker waarom Marleen vastloopt: ze is normaal tot zwakbegaafd. Dit verklaart waarom ze ook binnen de hulpverlening steeds tussen wal en schip raakte. Bij STEVIG wordt samen met Marleen gekeken naar wat zij nodig heeft: hoe vindt zij aansluiting bij de mensen om haar heen en hoe krijgen mensen goed contact met haar? Ook Marleens ouders worden betrokken en Marleen werkt keihard om clean te zijn.
In goed overleg gaat ze naar een behandellocatie van STEVIG. Vanuit daar krijgt ze EMDR, een therapie die helpt haar trauma te verwerken. De Hmedicatie wordt afgebouwd. Marleen krijgt vertrouwen in haar begeleiding en ze gaat praten. Ze leert te spiegelen, te kijken naar zichzelf, het verleden, het heden en naar de toekomst. Ze leert aan zichzelf te werken. Langzaamaan worden de lasten lichter, wordt haar stemming meer opgewekt, voelt ze zich zekerder. De drang om zich te verstoppen verdwijnt.