Bij binnenkomst voelde ik dat er spanning hing op de groep. Ik zag twee vrouwelijke cliënten en een mannelijke cliënt zitten in de woonkamer en zag dat ze ‘drukker’ waren dan normaal. Een van de vrouwelijke cliënten (S) nam het voortouw en de anderen leken haar te volgen in het drukke gedrag. Ze gaf aan dat ik naar huis moest gaan en mijn collega ook. Wij waren geen begeleiders. Ik begreep niet goed waar dit vandaan kwam en nam dit persoonlijk op. Na de overdracht ging de situatie verder. De vrouwelijke cliënte scheurde enkele folders op de groep kapot en gooide de proppen door de kamer. Samen met mijn collega spraken we haar hierop aan, in eerste instantie vanuit de ondersteuning.
Ze bleef opstandig richting ons en breidde haar ‘agressie’ uit. Ze probeerde ons iets te vertellen, op haar manier. De situatie verergerde toen ze dreigde met agressie tegen mij en mijn collega.